010 - 521 6604 info@lansleek.nl

Het zal u niet ontgaan zijn dat de Belastingdienst met ingang van 1 januari gaat handhaven op de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie). Deze veelbesproken wet ziet toe op schijnzelfstandigheid en is reeds ingevoerd op 1 mei 2016, alleen de handhaving ervan is lange tijd opgeschort. Vanaf 1 januari 2025 gaat deze handhaving weer in.

Daarnaast is in juni dit jaar het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) met prioriteit naar de Raad van State gestuurd. Met de publicatie van de wettekst en de toelichting is meer duidelijkheid gekomen over hoe het vaststellen van een eventuele arbeidsrelatie per 1 januari 2026 zal plaatsvinden.

Cruciaal voor alle ondernemers die ZZP-ers inhuren of ZZP-er zijn

Huurt u structureel zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers) in? Of bent u zelf ZZP-er? Dan heeft deze wijziging verstrekkende consequenties voor u.

Indicatoren voor schijnzelfstandigheid

Indicatoren voor schijnzelfstandigheid zijn 1 of meer van onderstaande: 

  • Er is geen (model)overeenkomst met opdrachtnemer.

  • Door opdrachtnemer wordt regelmatig meer dan 24 uur per maand voor opdrachtgever gewerkt.

  • Geen prestatiebeloning, maar beloning o.b.v. gewerkte uren.

  • Opdrachtnemer werkt ”zij aan zij” met werknemers in loondienst met dezelfde functie. Zij worden op dezelfde wijze ingeroosterd en aangestuurd.

  • Opdrachtnemer houdt zich bezig met de kernactiviteit van opdrachtgever.

  • Opdrachtnemer kan zichzelf niet zomaar laten vervangen.

  • Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor schade of garantie.

  • Opdrachtnemer kan niet zomaar aan de instructies en protocollen van opdrachtgever voorbij gaan.

  • Opdrachtnemer heeft geen substantiële eigen inkoop materiaal en/of investeringen.

  • Een uurtarief van minder dan EUR 33 (prijspeil o.b.v. minimumloon 2023)

Het hebben van meerdere opdrachtgevers of het hebben van bijvoorbeeld een eigen bedrijfswagen geeft GEEN uitsluitsel over ondernemerschap. Anderzijds is het dragen van bedrijfskleding van opdrachtgever dat ook niet. Of er wel of geen sprake is van schijnzelfstandigheid hangt af van het samenspel van de feiten en omstandigheden.

Handhavingsteam en speerpunten

 

De Belastingdienst heeft hier een team van ca. 80 inspecteurs voor vrijgemaakt. Als eerste speerpunten zijn de sectoren bouw, zorg en onderwijs aangemerkt. De nadruk bij controles zal bij opdrachtgevers liggen.

Naheffingsaanslagen

Het structureel inhuren van ZZP-ers dan wel structureel ingehuurd worden door opdrachtgevers brengt dus een grote kans op schijnzelfstandigheid en dus bijzonder grote fiscale risico’s met zich mee!

Een naheffing zal worden opgelegd op basis van de belasting en premies/werkgeverslasten die voor opdrachtnemer hadden moeten worden betaald vermeerderd met een boete en belastingrente. Bij een onderzoek bij een opdrachtgever zal de naheffing aan de opdrachtgever worden opgelegd.

Overigens loopt u bij schijnzelfstandigheid ook risico’s op het gebied van vaste arbeidscontracten, transitievergoedingen, pensioennaheffingen, naheffingen sociaal fonds en doorbetaling bij ziekte.

Actiepunten/oplossingen

Gezien bovenstaande adviseren u:

  • In kaart te brengen welke ZZP-ers u inhuurt en bij wie er sprake zou kunnen zijn van schijnzelfstandigheid.

  • Met alle ZZP-ers (alsnog) de betreffende werkzaamheden vast te leggen in de modelovereenkomst van de Belastingdienst.

  • Na te gaan of de betreffende ZZP-ers in loondienst kunnen komen.

  • Na te gaan of de inhuur van de betreffende ZZP-ers anders kan worden vormgegeven.

  • De inhuur van ZZP-ers af te bouwen ten gunste van meer eigen personeel.

Overigens is de verwachting dat het steeds onaantrekkelijk gemaakt zal gaan worden om als ondernemer vanuit een eenmanszaak te opereren. Door de afbouw van faciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling, de verplichtstelling van sociale vangnetten en deze handhaving zal de overgang naar een B.V. steeds aantrekkelijker worden voor zelfstandigen.

Regelmatig komt het voor dat samenwerkende ZZP-ers gezamenlijk of afwisselend worden ingehuurd en allen hun eigen werkzaamheden factureren, terwijl zij functioneren als onderaannemer. In sommige gevallen kan het passend zijn deze samenwerking onder te brengen in een V.O.F., B.V., maatschap of een coöperatie. Elke variant heeft haar voor- en nadelen. Wij gaan graag met u in gesprek over een passende oplossing.

Tot slot

De komende 1 of 2 jaar zullen een tussenfase tot de invoering van de VBAR zijn. Dat neemt niet weg dat er actie nodig is om de (fiscale) risico’s voor uw onderneming af te dekken.

Graag helpen wij u bij uw individuele situatie.

Kevin van der Lans 010-521 66 04